Demonstratierecht

Picture by Guido van Nespen, CC BY 2.0

Demonstratierecht onder druk

Het demonstratierecht is vastgelegd in verschillende internationale (mensenrechten)verdragen, de Nederlandse Grondwet en andere wetgeving. Hieruit volgt dat de overheid de plicht heeft het demonstratierecht te respecteren, beschermen en verwezenlijken. Maar het demonstratierecht en daarmee samenhangende vrijheid van meningsuiting staat wereldwijd, ook in Nederland, onder druk.

Overheden moeten zich tot het uiterste inspannen om demonstraties te faciliteren en te beschermen, maar demonstraties worden te vaak voornamelijk gezien als een risico voor de openbare orde, in plaats van als de uitoefening van een mensenrecht. Overheden schieten regelmatig te kort in het waarborgen van dit fundamentele recht. Veel organisatoren en demonstranten worden geconfronteerd met problematische inperkingen en belemmerende voorschriften en regels.

Wij maken ons hier zorgen over, omdat demonstraties cruciaal zijn voor de democratische rechtsstaat. De geschiedenis laat zien dat het demonstratierecht essentieel is om maatschappelijke verandering te bewerkstelligen. Denk aan het stemrecht voor vrouwen, LHBTI+ rechten, et cetera. Bovendien is demonstreren een recht, geen gunst.

Ook advocaten, wetenschappers en NGO’s als Amnesty International en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten maken zich zorgen over deze ontwikkelingen. In 2018 heeft de Nationale Ombudsman een kritisch rapport geschreven en in 2022 heeft Amnesty International Nederland een rapport uitgebracht waarin zij stelt dat het demonstratierecht onder druk staat en dat de regels en de praktijk in Nederland beter moeten.

Wat doet het PILP?

Het PILP adviseert al sinds 2016 demonstranten en activisten over het recht op demonstratie en de vrijheid van meningsuiting. We hebben onder andere onderzoek laten doen naar het recht om politieagenten te filmen en geven juridisch advies voorafgaand, tijdens en na demonstraties. Wij zijn bereikbaar en beschikbaar om met organisatoren mee te denken over het uitoefenen van het demonstratierecht. Neem contact met ons op via contact@pilpnjcm.nl of bel naar +31 (0)20 525 29 66.

Zaak Sittard-Geleen

In 2016 legde een burgemeester beperkende voorwaarden op aan een demonstratie in Sittard-Geleen. Actievoerders die daar wilden demonstreren tijdens de intocht van Sinterklaas mochten uitsluitend positieve boodschappen uitdragen. Op de dag van de demonstratie, 19 november 2016, besloot de politie te handhaven en werden protestborden met teksten als ‘voor een racismevrij kinderfeest’ en ‘zwarte piet is racisme’ ingenomen.

Het PILP diende op 28 december 2016 een bezwaarschrift in tegen de door de burgemeester opgelegde beperkende voorwaarden. Deze hadden betrekking op de inhoud van de protestactie, en druisden daarmee in tegen het demonstratierecht en het recht op vrijheid van meningsuiting.

We hebben de zaak gewonnen. De commissie bezwaarschriften van de gemeente Sittard-Geleen heeft het bezwaarschrift gegrond verklaard. De burgemeester heeft tijdens een persconferentie zijn fout toegegeven.

Zaak Maastricht

In 2017 organiseerde de lokale Amnesty-groep in Maastricht samen met onder andere een afdeling van de Internationale Socialisten twee demonstraties tegen de dreigende uitzetting van een Afghaans gezin. Zij kregen door de gemeente Maastricht verschillende beperkingen opgelegd. Zo werd het de organisatoren verboden om aanstootgevende uitingen te doen, tijdens de demonstratie te flyeren, en werd geëist dat zij zelf gecertificeerde verkeersregelaars zouden inhuren.

Het PILP startte een procedure wegens een inperking op het demonstratierecht. Wij zijn in deze zaak ondersteund door advocaat Alexander IJkelenstam van CMS.

Tijdens de bezwaarfase heeft de gemeente beslist dat het doen van schokkende of aanstootgevende uitingen niet voorafgaand aan de demonstraties mag worden verboden. Deze voorwaarde is toen ook geschrapt. Omdat de overige bestreden voorwaarden in stand bleven zijn wij namens de organisatoren in beroep gegaan.

De rechtbank heeft hierop een streep gehaald door het flyerverbod dat opgelegd was door de gemeente. Flyeren tijdens een demonstratie is tenslotte een manier waarop demonstranten hun mening kenbaar kunnen maken aan het publiek. Daarom is dit een essentieel onderdeel van het demonstratierecht.

Hoewel de rechtbank aannam dat het regelen van het verkeer een overheidstaak is, bestond er volgens de rechtbank geen bezwaar tegen het verplichten van organisatoren om zelf – mogelijk tot honderden euro’s –  gecertificeerde verkeersregelaars te regelen. Dit vormt een barrière voor de uitoefening van het demonstratierecht. We hebben op dit punt dan ook hoger beroep ingesteld. De Raad van State heeft in het voordeel van onze cliënten geoordeeld dat gemeenten niet zomaar mogen eisen dat organisatoren van demonstraties zelf gecertificeerde verkeersregelaars moeten inschakelen.

Interventie rond inbeslagname politiek materiaal op demonstratie

Op de Climate March op 29 april 2017 besloot de politie enkele honderden politieke kranten in beslag te nemen.

De politie nam de kranten in beslag omdat ze verkocht werden, daarmee zouden ze onder het ventverbod uit de APV vallen (artikel 2.50 lid 3 APV Amsterdam 2008). De vrijheid van meningsuiting, van artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het EVRM, beschermt echter ook geschreven vormen van de mening. Ook als die verkocht worden als krant.

PILP werd gevraagd te interveniëren. We namen contact op met de politie om hen te wijzen op de mensenrechten en de jurisprudentie over goederen met een meningsuiting erop. De politie heeft de kranten daarop teruggegeven aan de activisten en heeft het dossier neergelegd bij het OM. Het PILP heeft ook voor het OM nog de (mensen)rechten op een rij gezet.

Het OM besloot daarop om de activisten niet te vervolgen. De politie stuurde daarbij een bericht dat vanaf dat moment geen politieke kranten meer ingenomen zouden worden.

Zaak Den Haag

Als reactie op het hardhandig aanpakken van mensenrechtenverdedigers in Marokko in 2017 werd er een demonstratie in Nederland gepland. Dit protest zou zich in de vorm van een symbolische hongerstaking voor het Marokkaanse consulaat in Den Haag voordoen.

Door middel van een email verstuurd door de politie namens de burgemeester werd de geplande demonstratie echter verboden. De demonstratie werd door de burgemeester beperkt in zowel de tijd, als in de plaats en vorm. PILP heeft samen met advocaat Alexander IJkelenstam van advocatenkantoor CMS deze beslissing namens de organisatoren aangevochten.

Allereerst moest vastgesteld worden dat een dergelijk emailbericht van de politie een besluit is in de zin van de wet. Op 9 oktober 2019 stelde de Raad van State cliënten in het gelijk: het door de politie verzonden bericht is een besluit in de zin van de wet.

Vervolgens heeft de burgemeester op 5 december 2019 het bezwaarschrift inhoudelijk behandeld en de cliënten inhoudelijk gelijk gegeven. De demonstratie had niet beperkt mogen worden.

Actiegroep Code Rood

PILP heeft Code Rood ondersteund in een bestuurlijke procedure tegen het besluit van de Voorzitter Veiligheidsregio Haaglanden. Vanwege de COVID-19 pandemie, had de voorzitter het aantal deelnemers van een door Code Rood georganiseerd protest in 2020 beperkt.

Op 19 mei 2020 wilde Code Rood, gezamenlijk met zo veel mogelijk mensen, aandacht vragen voor de noodzaak om Shell verantwoordelijk te houden voor klimaatverandering en mensenrechtenschendingen. Code Rood wilde tijdens het protest rekening houden met de pandemie, had hygiëne maatregelen genomen en op eigen initiatief het aantal demonstranten beperkt tot 100, terwijl er op het plein ruimte was voor 300 mensen die anderhalve meter afstand hielden. Van de Voorzitter Veiligheidsregio Haaglanden mochten er toch maar 30 mensen demonstreren. Volgens PILP is dit niet proportioneel en daarmee een ongeoorloofde inbreuk op het demonstratierecht.

De bezwaarprocedure over de opgelegde beperking werd verloren. Het daarop volgende beroep van Code Rood werd door de rechtbank wel gegrond verklaard. De rechtbank overweegt dat een beperking van deelnemers voor elk specifieke protest goed moet worden gemotiveerd. De Voorzitter van de Veiligheidsregio had het besluit destijds onvoldoende gemotiveerd. Tijdens de beroepsprocedure heeft de Voorzitter het besluit wel voldoende gemotiveerd, waardoor de rechtsgevolgen van het besluit in stand werden gelaten.

Code Rood heeft op advies van PILP besloten niet in hoger beroep te gaan.

Zaak Klimaatcoalitie Parkstad

Toen de Klimaatcoalitie Parkstad op 14 maart 2021 een demonstratie wilde organiseren, werd haar door de burgemeester van Heerlen onder andere verboden om poëzie op te dragen of een zelfgeschreven klimaatlied ten gehore te brengen. De burgemeester mag zich echter niet met de inhoud of vorm van een demonstratie bemoeien. PILP heeft daarom namens de organisatoren bezwaar ingediend.

De burgemeester hield eerst voet bij stuk en was het niet eens met het bezwaar. Het verbod op optredens was mede bedoeld om voorbijgangers te ontmoedigen zich aan te sluiten bij de demonstratie. Echter, een van de doelen van een demonstratie is juist om anderen te inspireren en te motiveren. Dit verbod is daarom niet in lijn met het demonstratierecht en niet proportioneel. Daarom zijn de organisatoren, met ondersteuning van PILP, in beroep gegaan.

Wij wachten momenteel op een datum voor de hoorzitting in beroep.

Zaak Konijn in Nood

Stichting Konijn in Nood komt op tegen de slechte omstandigheden waaronder konijnen in de vee-industrie moeten leven. Daarom werd in Vijfheerenlanden op 18 december 2021 een protest georganiseerd bij een konijnenfokkerij.

Vanwege het risico op vijandige toehoorders en vanwege de druk op het verkeer, mochten de stichting en de demonstranten niet de gewenste 90 minuten, maar slechts 50 minuten protesteren. Ze mochten daarnaast geen megafoon gebruiken. Ook mochten ze niet zelf met de auto komen, waardoor ze een (dure) touringcar moesten huren.

Op 14 januari 2022 heeft het PILP namens stichting Konijn in Nood bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Vijfheerenlanden over de voorschriften en beperkingen die zijn opgelegd aan de demonstratie van de stichting.

De burgemeester volgt het advies van de commissie bezwaarschriften Vijfheerenlanden en geeft Stichting Konijn in Nood op alle bezwaarpunten gelijk.

Zaak We Promise

We Promise is een stichting die zich inzet tegen racisme, discriminatie en uitsluiting in Nederland. We Promise demonstreert onder andere tegen het standbeeld van J.P. Coen in Hoorn, dat volgens de stichting een symbolische verering van een gewelddadig koloniaal verleden vertegenwoordigt.

Op 25 oktober 2022 heeft het PILP bezwaar ingediend tegen het besluit van de burgemeester van Hoorn over de beperkingen die zijn opgelegd aan het door Stichting We Promise georganiseerde protest tegen het standbeeld van J.P Coen. De burgemeester legde aan de demonstratie drieëntwintig beperkingen op, waaronder een verbod op versterkt geluid en een verbod op “aanstootgevende” uitingen.

Het bezwaar is besproken door een onafhankelijke adviescommissie. Deze commissie heeft aan de gemeente geadviseerd om We Promise op alle punten in het gelijk te stellen. De gemeente heeft het advies overgenomen en erkent dat sommige beperkingen, zoals het verbod op versterkt geluid, te ver gingen en niet hadden mogen worden opgelegd.

Updates

Op 30 januari 2023 geeft de gemeente Hoorn Stichting We Promise gelijk. De gemeente neemt hier het advies van de onafhankelijke bezwaarcommissie over. Deze commissie adviseerde om Stichting We Promise op alle punten in het gelijk te stellen.

Op 28 april 2022 geeft de burgemeester van Vijfheerenlanden Stichting Konijn in Nood gelijk; hij had niet de beperkingen aan het protest van de stichting moeten opleggen. De burgemeester volgt het advies van de commissie bezwaarschriften Vijfheerenlanden. Op 14 januari 2022 heeft het PILP namens stichting Konijn in Nood bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Vijfheerenlanden over de voorschriften en beperkingen die zijn opgelegd aan de demonstratie van de stichting die plaatsvond op 18 december 2021.

PILP heeft namens de organisatoren van Klimaatcoalitie Parkstad bezwaar ingediend. We wachten op dit moment de datum van de hoorzitting in beroep af.

Op 20 mei 2022 verklaard de rechtbank het beroep van Actiegroep Code Rood gegrond. Toch laat de rechter de rechtsgevolgen van het besluit in stand.

Op 5 december 2019 geeft de burgemeester van Den Haag het PILP-NJCM gelijk. De demonstratie voor de Marokkaanse ambassade in Den Haag had niet beperkt mogen worden in tijd, plaats of vorm.

Op 9 oktober 2019 heeft het PILP-NJCM een memo gepubliceerd, naar aanleiding van een vraag van een actiegroep, over het recht op betoging, burgerlijke ongehoorzaamheid en verblijfsvergunningen.

Het PILP-NJCM heeft op 24 september 2019 een zaak gedeeltelijk gewonnen over de voorwaarden die de gemeente Maastricht had gesteld aan demonstraties in 2017.

Het PILP-NJCM heeft op 22 maart 2019 een zaak gewonnen tegen het OM over het voorwaardelijk sepot bij burgerlijke ongehoorzaamheidsacties. Het Parool schreef hier een artikel over.

Op 28 december 2016 dient het PILP-NJCM in de zaak Sittard-Geelen een bezwaarschrift in. Op 21 februari 2017 heeft het PILP-NJCM te horen gekregen dat we de zaak over het recht op demonstratie in Sittard-Geleen hebben gewonnen.

Het NJCM zet steeds vaker legal observers in. Dit zijn advocaten en juristen uit het netwerk van het NJCM die op vrijwillige basis worden ingezet als juridisch waarnemers tijdens demonstraties. Zij zien dan toe op de naleving van het recht op betoging. Daarnaast staan zij klaar om vragen te beantwoorden van aanwezigen over de rechten en plichten van demonstranten. Zij dragen deze flyer bij zich; een korte weergave van de geldende wet- en regelgeving.